Riek de Leeuw is het Joodse meisje dat bij Pake Hantje en Beppe Minke kwam onderduiken op 13 juli 1943 op Fiifhûs. Riek woonde aan de Prinsengracht in Amsterdam met haar vader Abraham ( Advocaat) en moeder Annie en broer Alex. Haar vader is 7-11-1942 gearresteerd en is 15-12-1942 vergast in Auschwitz , haar vader was zeer actief in het verzet.
Ze ging op 13 juli met haar moeder en broer naar Bokeman, een sigarenwinkel op de Jordaan. Dit had haar vader hun al verteld voor hij werd gearresteerd. Ze is toen op de trein gegaan naar Heerenveen en daar weg door twee man van de ondergrondse op de fiets naar Fiifhûs gebracht.
Haar broer Alex is naar Gauw gebracht (bij Gatze Bijl in Gau Boeijengastrjitte 62 en deze werd later groepscommandant van de rijkspolitie te Franeker) en moeder Annie werd naar Heeg gebracht ( we weten niet waar).
Ze weet dat een paar uur nadat zij hun huis hadden verlaten er een overvalwagen van de Duitsers voor hun huis aan de Prinsengracht is gestopt (ze waren dus verraden maar net op tijd weg .
Riek is nog mee geweest naar het ziekenhuis in Sneek waar Pake op sterven lag, met Tjeerd en Tyn in de auto die Tjeerd had gehuurd.
Ze mocht eerst niet mee van Beppe maar ze wou zo graag ook bij Pake – die ze Heit noemt – zien dat ze mee mocht met een hoofddoekje om. Onderweg werden ze ook nog aangehouden door Duitsers, maar toen Tjeerd in gebrekkig Duits vertelde dat ze naar het ziekenhuis ginge, naar Heit die op sterven lag, lieten de Duitsers hun gaan.
Riek heeft altijd verteld dat haar beide vaders zijn vermoord.
Haar heit (Pake Hantje) had tegen haar gezegd dat ze schooljuffrouw moest worden. Riek heeft Frans gestudeerd en daar ook les ingegeven.